Voor wandelaars, fietsers, en voor de mensen die er werkzaam zijn
Wandelaars, lopers, fietstoeristen… maar ook mensen die zich per fiets of per step van en naar hun werk verplaatsen alsook mensen die instaan voor het onderhoud van de waterwegen en de jaagpaden maken veelvuldig gebruik van het oostelijke jaagpad langs de Dijle. Vlakbij de turbine werken de mensen van het containerpark en werknemers van het industrieterrein Mechelen Noord. En op de Dijle is er ook pleziervaart.
Er komen sensoren (ijsdetectiesysteem) op de vleugels van de turbine om ijsvorming te detecteren. Hoe en wanneer die in werking treden is ons niet duidelijk. Bij de detectie van ijsvorming wordt een turbine stilgelegd. Het systeem kan echter niet verhinderen dat er ijs gevormd wordt op een stilstaande windturbine of dat aanvriezende neerslag zich hecht aan de onderkoelde structuren van windturbines. IJsafzetting op de rotorbladen en de toren van een windturbine kan leiden tot ijsfragmenten die naar beneden vallen.
De wieken
Voor de constructie van de wieken worden doorgaans schadelijke materialen gebruikt, zoals epoxy of pfas. Bij slijtage zullen microdeeltjes van de wieken zich verspreiden in de omgeving in het algemeen en in het bijzonder in de Dijle, de Vrouwvliet of in de waterzuivering.
In de studie van Arcadis wordt ook gewag gemaakt van andere risico’s zoals bladbreuk, waarbij delen van een wiek tot honderden meters ver geworpen kunnen worden.
De locatie: een voormalig stort
In de jaren 1950 – 1970 werd de site, waar de bouw van de windturbine wordt gepland, gebruikt als stort. De grond op deze locatie is dus stevig verontreinigd (zware metalen, PAK, asbest, …). Ook het grondwater is vervuild (arseen, chloriden, nitraat, …). Is het niet de logica zelve dat deze site wordt gevrijwaard van zo’n megaconstructie?
Het voormalige stort werd ingekapseld, maar daar vlakbij boringen en bouwwerken uitvoeren is toch echt een risico, dat heel wat impact kan hebben. Studiebureau Arcadis geeft aan dat het afgraven van grond en het oppompen van grondwater zoveel mogelijk moet vermeden worden.
Verder stootte men bij de monstering op de site op puinresten (van het vroegere stort), zodat men niet diep genoeg is kunnen gaan om monsters te nemen. Dit staat te lezen in de studie van Arcadis.
Diezelfde studie heeft het over een grote sokkel waarop het bouwwerk zal geplaatst worden, maar er wordt nauwelijks over de funderingen gesproken. Tijdens het infomoment in het Wijkhuis in Battel (op 22/01/2025) werd er wél gesproken over funderingen van 20m tot 30m diep – wat logisch lijkt om een bouwwerk van 230m, dat bedoeld is om wind te vangen, overeind te houden. Kan u zich voorstellen hoezeer de verontreinigde grond zich nog zal verspreiden, en hoe de verontreiniging nog verder in het grondwater zal terecht komen?
Bijkomend betreft het hier een grondwaterregio die zeer kwetsbaar is, dit is te zien op deze kaart van de Vlaamse Overheid.